Zorgbrede school

Wij willen een school- en klasklimaat scheppen waarin kinderen door een positief welbevinden tot een grotere betrokkenheid kunnen komen.Alleen dan is echt leren mogelijk. De zorgbreedte wordt gerealiseerd door rekening te houden met de verschillen tussen kinderen.

 

1. Algemene zorgbreedte

Door kwaliteitsonderwijs willen we alle kinderen optimale groeikansen bieden. Bij het uitbouwen van kwaliteitsonderwijs staat preventie centraal.

De klastitularis is de spilfiguur in de hele zorgwerking. Hij/zij probeert zijn klas uit te bouwen tot een krachtige leeromgeving waarin elk kind, met zijn eigen leervermogen, zijn eigen voorkennis, zijn eigen interesses en zijn eigen sociale context of afkomst aan zijn trekken komt.

Wij willen dus zorgbreedte realiseren door:

rekening te houden met verschillen tussen kinderen en hun interesse, mogelijkheden en tempo bv verschillende leessporen in het 1ste leerjaar, ...

de zelfstandigheid van elk kind te vergroten bv. groepswerk, zelfcorrectie, ...

hoofd, hart en handen in het onderwijsaanbod te betrekken bv. sociale vaardigheden, muzische vorming, interessante en plezierige leeruitstappen, ...

Leerlijnen te respecteren en aandacht te besteden aan speciale overgangen bv. 'Op stap naar het secundair', klasoverschrijdende activiteiten
tussen kleuters en 1ste leerjaar, ...

ouders als opvoedings- en ervaringsdeskundigen van hun kind te betrekken in het leerproces bv. regelmatige oudercontacten, heen- en weerschriftje, ...

2. Zorgverbreding - verhoogde zorg

Voor kinderen voor wie de zorgbrede aanpak in de klas niet volstaat en die dus een hogere zorgbehoefte hebben dan wat de klasleerkracht aan zorg kan bieden, of de leerkracht het vermoeden van een leerstoornis heeft, is extra zorg noodzakelijk. Dit kan zowel op het gebied van rekenen (leerachterstand of leervoorsprong), op het gebied van taal (leerachterstand of leervoorsprong), sociaal, motorisch, ...

De klasleerkracht signaleert de zorgbehoefte aan de zorgcoördinator en extra hulp wordt, waar mogelijk, geboden. De zorgleerkracht kan ondersteunen in de klas of een aantal leerlingen in een apart groepje nemen voor bepaalde onderwerpen. Voor meer- en hoogbegaafde leerlingen die nog meer nood hebben aan uitdaging dan wat er in de klas aangeboden wordt, is er de skippyklas.
Uitgebreide informatie over de werking van de Skippyklas kan u hier vinden.

Anim pariatur cliche reprehenderit, enim eiusmod high life accusamus terry richardson ad squid. Nihil anim keffiyeh helvetica, craft beer labore wes anderson cred nesciunt sapiente ea proident.

3. Uitgebreide zorg

Als de school alle kansen geboden heeft aan het kind en het kind komt niet tot verdere ontwikkeling, dan bepalen we als school de zorggrens en wordt externe hulp ingeschakeld. Deze kinderen worden dan besproken op een MDO (Multi Disciplinair Overleg) na toestemming van de ouders. Dit is een overleg tussen de leerkracht, de zorgleerkracht, het CLB en eventueel externen. Via dit overleg komt er een gerichte aanpak die op regelmatige basis wordt geëvalueerd en eventueel bijgestuurd.

4. Speciale zorg

Soms blijkt dat de school extra hulp nodig heeft van externen bv. logopedist, kinesist, een revalidatiecentrum, ... Na opstart van een intensieve begeleiding door externen kan men komen tot een diagnose van een leerstoornis (Het stellen van de juiste diagnose in verband met leerstoornissen is werk voor specialisten!). Hiermee kunnen de leerkrachten en de zorgcoördinator de leerling begeleiden op school en een meer persoonlijke aanpak geven (bv. ReDiCoDis-maatregelen, voorleessoftware, ...).

5. Schooloverstijgend

Indien de aangeboden hulp, ondanks grote inspanningen van het kind, de ouders, de school en de externen onvoldoende blijkt, kan er gesproken worden over een doorverwijzing naar buitengewoon onderwijs. Om twijfels, misverstanden en vooroordelen over het buitengewoon onderwijs weg te werken, is het belangrijk dat ouders goed ingelicht worden over de mogelijkheden die het buitengewoon onderwijs te bieden heeft.

In bepaalde omstandigheden is het mogelijk dat de kinderen met specifieke problemen bv. ASS, ... toch in het gewone onderwijs kunnen blijven als ze ondersteund worden door leerkrachten uit het Ondersteuningsnetwerk.
Met de nodige expertise vanuit het buitengewoon onderwijs komt deze leerkracht naar de school en begeleidt het kind en de klasleerkracht. Dit kan zowel in de klas als klasextern.